Het kind van de zonde
Ik ben een lichtzinnig persoontje,
Te jong om verstandig te doen.
Ik lach als een ander zou huilen,
Mijn hele fortuin is een zoen.
Mijn naam kan me niemendal schelen,
Omdat ik niet weet wie ik ben.
Ik kan ‘m niet lezen of schrijven,
Want lachen is al wat ik ken.
Ik ben maar een kind van de zonde,
Ik leef voor den glanzenden schijn;
Wanneer er geen zonden bestonden,
Dan zou ik een engeltje zijn.
Koos Speenhoff (1869-1945)
Ik ben een lichtzinnig persoontje,
Te jong om verstandig te doen.
Ik lach als een ander zou huilen,
Mijn hele fortuin is een zoen.
Mijn naam kan me niemendal schelen,
Omdat ik niet weet wie ik ben.
Ik kan ‘m niet lezen of schrijven,
Want lachen is al wat ik ken.
Ik ben maar een kind van de zonde,
Ik leef voor den glanzenden schijn;
Wanneer er geen zonden bestonden,
Dan zou ik een engeltje zijn.
Koos Speenhoff (1869-1945)