Lotgenotencontact voor seksueel, psychisch en/of fysiek misbruikte personen

Om reacties te verkrijgen op jouw berichten, raden wij aan om ook op berichten van anderen te reageren om zodoende je aanwezigheid op het forum kenbaar te maken!
Nederland Heelt

LEDEN IN HET NIEUWS

In het kader van het nieuwe vooronderzoek naar mishandeling van kinderen in tehuizen en pleegzorg door commissie Micha de Winter hebben wij een playlist gemaakt van videos waarop leden interviews geven over misbruik en mishandeling, deze zijn nog steeds actueel en kunnen als steunbewijs dienen voor anderen !
Bekijk HIER alle berichten in deze categorie

GASTBLOGS

X (Twitter)

  • Reageren

#zeghet Eerst in het kindertehuis, en dan weer, door zijn pleegmoeder

Admin
Admin

#zeghet Eerst in het kindertehuis, en dan weer, door zijn pleegmoeder Oprich10

Registratiedatum : 20-07-13
Reputatie : 3494
Aantal berichten : 4327
Punten : 22007

#zeghet Eerst in het kindertehuis, en dan weer, door zijn pleegmoeder Empty #zeghet Eerst in het kindertehuis, en dan weer, door zijn pleegmoeder

Bericht van Admin wo 04 nov 2015, 14:05


Eerst in het kindertehuis, en dan weer, door zijn pleegmoeder

Schadefonds misbruik

Kunsthistoricus Willem Knaap schreef een boek over het misbruik in zijn jeugd waarvoor hij, na een lange strijd, de maximale schadevergoeding kreeg.


Het is nacht en in de slaapzaal van het kindertehuis ligt een jongen. Hij is een jaar of elf. Grote donkere ogen, kortgeknipt haar. Hij slaapt, net als de andere jongens.

Ineens wordt hij wakker. Een hand op zijn keel. Een jongen van een paar jaar ouder heeft hem in een wurggreep. 'Hou je kop of ik trek aan', zegt de jongen.

Het jongetje van een jaar of elf ligt doodstil in zijn bed. Hij begrijpt niet wat er gebeurt.

'Doe je broek uit', zegt de oudere jongen in zijn oor.

Even later voelt hij de jongen achter zich bewegen. Uiteindelijk laat hij zijn keel los en sluipt hij terug naar zijn bed. Het jongetje blijft achter. Niemand op de zaal laat merken dat hij iets heeft gemerkt, terwijl de bedden bijna bovenop elkaar staan.

De jongen zweert bij zichzelf: later zal hij de oudere jongen te grazen nemen.

Langdurig

Willem Knaap als jongen van een jaar of 12, toen hij uit het kindertehuis naar pleegouders ging.

Het is een van de scènes uit het boek Het kind met vijf namen van Willem Knaap, kunsthistoricus, dat deze week is verschenen. Het is een boek over zijn eigen leven. Door de ogen van een kind beschrijft hij hoe hij op zijn zevende uit huis werd geplaatst en terecht kwam in de wereld van kindertehuizen en pleeggezinnen. Een wereld waarin nauwelijks op hem werd gelet. Op een indringende manier laat hij zien wat hem als jongetje overkwam. 'Ik word volgend jaar 60', zegt Willem Knaap. 'Maar de herinnering verandert niet. Die is nog net zo sterk.'

Knaap is een van de honderden mensen die de afgelopen jaren schadevergoeding ontvingen van het Schadefonds Geweldsmisdrijven voor wat hem werd aangedaan. Hij kreeg - als een van de weinigen - het hoogst mogelijke bedrag.

Het schadefonds werd ingeschakeld door de overheid nadat de commissie-Samson onderzoek had gedaan naar seksueel misbruik in de jeugdzorg. De commissie constateerde dat kinderen die tussen 1945 en 2012 onder verantwoordelijkheid van de overheid in tehuizen en pleeggezinnen waren geplaatst, vaak langdurig en ernstig seksueel waren misbruikt. In navolging van de katholieke kerk besloot de overheid dit financieel te compenseren. Er kwam een tijdelijke regeling waarop slachtoffers een beroep konden doen.

Hark

De oudere jongen in het kindertehuis verkracht hem meerdere keren, zegt hij.

Nog steeds weet hij zijn naam. 'Wat ik me vooral herinner', zegt hij, 'is de dreiging. Het feit dat ik geen kant op kon.' Hij wordt er 's nachts soms wakker van. En altijd, altijd is hij alert.

Vlak voordat de oudere jongen vertrekt uit het tehuis, slaat hij hem op zijn hoofd met een hark. Tot bloedens toe. 'Ik dacht: ik laat hem niet lopen. Als ik me echt bedreigd voel, ga ik niet aan de kant. Dat heb ik nog steeds. Ik ga eropaf.'

Toch is dit niet het misbruik waarvoor hij later een schadevergoeding krijgt. Dat zou pas later komen.

Geweld

Zijn boek stuurde hij mee met zijn aanvraag bij het Schadefonds.

Hij schreef het in de jaren negentig. 'Ik dacht: ik moet deze geschiedenis niet laten verdwijnen. Ik beschrijf het zoals het mij is overkomen. Zoals een 13-jarige het beleeft. Ik rolde van het een in het ander. Ik wil mensen echt mee laten voelen. Toen ik het voorlas aan een bevriende filosoof, zei hij: dit moet je uitgeven.'

Hij is kunsthistoricus, werkte als journalist, docent en als communicatiemedewerker in het theater. Een intelligente man die niet houdt van gezeur, van holle sentimenten. Hij houdt van de juiste woorden. Daar zoekt hij naar. Net zolang tot hij precies genoeg heeft gezegd. Een uitgever vroeg hem in de jaren negentig een novelle te maken van het boek. Hij weigerde, omdat hij vond dat het dan aan kracht zou verliezen. Toen hij het manuscript onlangs opnieuw verstuurde, was de reactie anders. 'Er was meer dan een partij die het wilde uitgeven.'

'Wat wil je?', vraagt hij meermaals tijdens het interview. Hij wil voorkomen dat dit een jammerverhaal wordt.

Zijn geschiedenis begint met geweld.

Sterk, maar beschadigd
Zo is er die keer dat zijn moeder hem met een speelgoedaccordeon op zijn hoofd slaat. 'Ik weet niet meer wat ik deed. Misschien maakte ik alleen maar wat lawaai', zegt hij. 'Het accordeon was van blik en het was vlijmscherp, dus dat ding stond gelijk als een bijl in mijn hoofd.'

Het bloed gutst eruit. 'Ik weet nog dat ik bij de arts een zwetsverhaal moest ophangen. Dat ik van de trap was gevallen. Die arts liet duidelijk merken dat hij het niet geloofde.'

Of die keer dat zijn stiefvader hem zo hard slaat met de pook dat hij niet meer kan liggen. Of dat hij of zijn broers of zusjes werden opgesloten. In kasten, in de kelder, in het kippenhok.

Zijn ouders scheiden eind jaren vijftig. Willem, de oudste, is dan twee. Hij blijft samen met zijn broer bij hun moeder. Later komt daar een stiefvader bij. 'Mijn broer en ik hebben uitgerekend dat er acht kinderen waren', zegt hij. Zeker weten doen ze het niet. Informatie ontbreekt.

Er is nauwelijks geld om te eten. Zijn moeder heeft moeite voor hen te zorgen. 'Ze was sterk, maar ook beschadigd.' Soms worden ze uit stelen gestuurd. En altijd is er dreiging. Angst. 'Ik zwierf veel op straat met mijn broer. We probeerden zo min mogelijk thuis te zijn.'
Kindertehuis

Nog altijd ziet hij voor zich hoe zijn broer op een dag van de trap af stuitert en hoe zijn moeder even later beneden aan de trap een kussen op zijn gezicht drukt. Worstelend slaagt hij erin zijn broer er onderuit te trekken.

'Ik wist niet waarom het gebeurde', zegt hij. 'Maar ik wist wel dat ze daar probeerde om hem te laten stikken.'

Als Willem 7 jaar is, komt ook voor de buitenwereld het moment dat het niet meer gaat: de zeven - of acht - kinderen worden uit huis geplaatst. Ze belanden in een kindertehuis. Daar zullen zich de taferelen met de oudere jongen afspelen. Zijn moeder bezoekt hen in al die tijd één keer.

Boksersneus
Hij is een jaar of twaalf als ze ineens in het kindertehuis staan: zijn toekomstige pleegouders. Een gezette man met een boksersneus en een mooie vrouw met grijze ogen. Met drie kinderen worden ze in het pleeggezin opgenomen: Willem en twee jongere broers.

'Het zag er goed uit', zegt hij. 'Al heb ik nooit het gevoel gehad dat zij mijn reserveouders zouden worden. Mijn broer en ik hoopten nog lang dat we terug konden naar ons echte huis. Ik geloof dat we begonnen met hen 'oom' en 'tante' te noemen. Sneller dan we wilden werd dat naar het vader- en moederachtige toe gemasseerd.'

'Het viel me op dat ze elke avond dronken', zegt hij.

Op een zondagochtend loopt hij langs de kamer van de pleegmoeder, als ze hem uitnodigt bij haar in bed. Argeloos neemt hij een aanloop en duikt onder de dekens.


'Opeens zegt ze: 'Dat is heel normaal hoor, voor jongens van jouw leeftijd.' Ik probeer het onderwerp te omzeilen door net te doen alsof ik niet weet waar ze het over heeft en vraag: 'Wat?' Ze legt haar hand in mijn kruis en zegt: 'Dit.'

Als een zwerfkei lig ik in bed, de pleegmoeder vraagt of ik weleens masturbeer en zegt dat het heel normaal is. Ik schud mijn hoofd.

Ze vertelt dat toen ze in het ziekenhuis werkte, ze het ook weleens voor patiënten deed.'

(Uit Het kind met de vijf namen)


Bedreigd

Ik dacht: godverdomme, wat gebeurt hier? Ik wist dat het niet klopte, maar ik dacht dat ik gewoon niet begreep wat er aan de hand was. Dat ik er misschien aanleiding toe had gegeven

Zo gaat het nog maandenlang door - voor zijn gevoel bijna elke dag. 'Ik dacht: godverdomme, wat gebeurt hier? Ik wist dat het niet klopte, maar ik dacht dat ik gewoon niet begreep wat er aan de hand was. Dat ik er misschien aanleiding toe had gegeven. Dat ik het aan mezelf te wijten had. Dat ik verantwoordelijk was. Zo werd het ook gespeeld.

'Ik voelde me bedreigd. Door beiden. Die man was een bokser, ik was echt bang.'

Hij vertelt niets aan zijn broers. 'Op een gegeven moment liep het zo hoog op dat ik weggelopen ben. Na een paar dagen werd ik opgepakt door de politie. Ze zetten me zo in de cel, met alle patjakkers. De pleegouders werden gebeld, maar de agent zei: je kunt niet worden gehaald. Pas na twee nachten mocht ik eruit.'

In dezelfde tijd vertelt hij naar eigen zeggen aan de voogdes wat er met hem gebeurt. Uiteindelijk loopt hij weg. Voorgoed. Ook zegt hij later zijn verhaal bij de politie te hebben gedaan. Er gebeurt niets.

Dossiers

Vijfentwintig, dertig jaar lang zoekt hij naar stukken, documenten, dossiers. 'Ik wilde verklaringen. Ik wilde weten waarom dingen waren gebeurd', zegt hij. 'Ik wilde weten wat er bekend was over de affaire in het pleeggezin. Waarom hadden we er nooit meer ene fuck van gehoord?

'Ik heb nooit, maar dan ook nooit ergens iets gevonden', zegt hij. 'Iedereen zei: nee, dat is er niet meer, we hoefden dit maar een paar jaar te bewaren. Of: nee, de stichting is opgeheven. Of: nee, er zijn wel documenten, maar die kun je niet inzien vanwege de privacy van de andere kinderen.'

Tot het moment bij de Raadkamer van het Schadefonds. 'Toen presteerde het kindertehuis het ineens alsnog met fragmenten uit een dossier te komen. Een psychologisch rapport, dat uiteindelijk niet van een psycholoog bleek en van tafel werd geveegd. Ik was písnijdig. Waarom kon het nu ineens wel?'

Vijfentwintig jaar na dato vertelt hij voor het eerst ook aan zijn broer wat hem is overkomen.

Uiteindelijk blijkt dat ze het nooit van elkaar hebben geweten. 'Mijn broer werd ook misbruikt', zegt hij. 'In hetzelfde gezin.' Op het verhaal van zijn broer wil hij niet verder ingaan. 'Hij moet voor zichzelf spreken.' Wel wil hij kwijt dat ook zijn broer de maximale schadevergoeding heeft gehad.

Geen schadevergoeding
Hij voert twee procedures: één over het kindertehuis, één over het pleeggezin. Beide keren moet hij met bewijzen of steunbewijzen komen.

'Je moet met de billen bloot', zegt hij. 'Je moet met dingen op de proppen komen waarvan je helemaal geen zin hebt om ze te laten zien.'

Voor het kindertehuis krijgt hij geen schadevergoeding. Het schadefonds noemt het weliswaar voldoende aannemelijk dat hij slachtoffer is van misbruik door een groepsgenoot, maar één van de eisen voor vergoeding is dat het tehuis op de hoogte was: hij moet het als kind hebben verteld aan iemand. 'Ik ga ervan uit', zegt Willem, 'dat ik het toen niet heb gemeld. Ik kan me niet herinneren dat ik dit heb gedaan en in die tijd was dit een onbespreekbaar onderwerp.'

Voor misbruik in het pleeggezin vindt de commissie wel voldoende bewijs. Ze baseert zich onder meer op zijn medisch dossier, op overeenkomsten met het verhaal van zijn broer en op de verklaringen van jeugdzorg.

Jeugdzorg is zijn dossiers kwijt, maar zegt expliciet zijn verhaal aannemelijk en authentiek te vinden. Op grond van het onderzoek, zo stellen ze, is het onwaarschijnlijk dat niemand op de hoogte is geweest van het misbruik.

Voogd
Om seksueel misbruik te voorkomen, moet er iets veranderen bij jeugdzorg, zegt hij.

'Een kind moet zich vertrouwd voelen om dit te kunnen melden. Het moet het gevoel hebben: ik word hier gehoord. Maar een onderschat probleem is dat de man of vrouw die de voogdij heeft, misschien wel veertig kinderen onder zijn hoede heeft. Met andere woorden: ze hebben geen tijd, ze hébben helemaal geen relatie met die kinderen. In mijn geval voelde het alsof het licht uitging zodra ik in een pleeggezin zat. Het was: prima, goodbye. En ik denk dat het nu nog zo is.'

De raadkamer van het Schadefonds heeft hem voor het eerst het gevoel gegeven dat hij is gehoord. 'Dat is heel bijzonder. Je zou kunnen zeggen dat ik het daarvoor heb gedaan. Ik heb enorm respect voor de leden van de raadkamer. Ze waren bekwaam, invoelend.'

Complex
Toch zou hij het achteraf niet meer doen. 'Ik zou graag zeggen van wel, maar uit de grond van mijn hart: nee. Het was heel zwaar. Je moet er zo veel mee bezig zijn, het rakelt zo veel op. Dingen waar je geen benul van hebt. Dat is heel complex. Ik heb er vrij veel last van gehad.'

Na zijn tijd in het pleeggezin komt hij terecht in een tehuis en daarna in een nieuw gezin, waar het wel goed ging. Als hij daarover praat, spreekt hij over 'mijn ouders'. Zijn biologische vader en moeder heeft hij een paar keer gezien. De eerste pleegouders nooit meer.

De pleegmoeder uit dat gezin stuurt zijn broer maanden na zijn vertrek nog een brief. In de envelop zit een foto van zijn broer, hangend om de hals van de vrouw. 'Op de achterkant had ze wat geschreven. 'Keel me niet', stond er', zegt Willem. 'Het leek een grappige kaart, maar toen mijn broer me hem jaren later liet zien, begreep ik onmiddellijk wat ze daarmee had bedoeld. Geen twijfel mogelijk. Daarmee bedoelde ze maar één ding: verraad me niet, spreek nergens over.'

BRON: volkskrant.nl

  • Reageren

Het is nu ma 09 dec 2024, 07:53